La Charly Gaul 2019

Verslag

Verslag: La Charly Gaul 2019

De Engel van de Bergen’: die bijnaam kreeg de Luxemburgse renner Charly Gaul vanwege zijn markante klimstijl, die hem onder meer twee Giro-overwinningen (1956, 1959) en een Tourzege (1958) zou opleveren. Charly Gaul wordt in Luxemburg nog steeds geëerd met een heerlijk glooiende granfondo die zijn naam draagt en dit jaar aan zijn dertigste editie toe was. Ook op de agenda van Granfondoteam.be is La Charly Gaul al enkele jaren een vaste afspraak. Voor mij was het de eerste editie, maar zeker niet de laatste. Komt het omdat de Engel van de Bergen een stukje hemel heeft laten neerdalen in ‘Klein Zwitserland’?

Het weekend voor La Charly Gaul stond ik aan de start van de ‘Crique’. Waar de zon de plak zwaaide rond La Roche en ze de lastige Ardennenkoers nog een tikkeltje zwaarder maakte voor mij, bleek het in Echternach een stuk koeler te gaan worden. Er werd zelfs regen voorspeld. Bij aankomst aan hotel Le Bon Repos zag het weer er inderdaad maar grijs uit. De sfeer onder de teamleden was echter opperbest en deed me de zorgen over eventuele stortbuien bij de start al snel vergeten. Toen de delegatie compleet was, trokken we met knorrende magen richting de briefing en het buffet. De chefs van Le Bon Repos hadden een uitgebreide en uitstekende selectie pasta’s, rijst, aardappelen, groenten, vis en vlees voor ons bereid, zodat elke renner naar hartenlust kon carboloaden.

’s Ochtends bleek de regen voorlopig uit te blijven en zagen we zelfs af en toe een voorzichtig zonnetje. Erg warm was het niet, maar de inspanning zou er snel voor zorgen dat we geen kou meer hadden. Om 9 uur weerklonk het startsein voor de deelnemers aan de granfondo, die 160 kilometer en zo’n 2500 hoogtemeters moesten gaan verteren. Tegen 10 uur gingen ook de mediofondisten van start voor 105 kilometer en 1750 hoogtemeters.

Al van bij de start werd de gashendel opengedraaid. Als nieuwkomer reed ik niet met klassementsambities, maar ik vond het leuk om me (met wisselend succes) door de massa te wriemelen, op zoek naar een goede groep. Ik nestelde me gedurende de eerste kilometers in een omvangrijk peloton met nog enkele ploegmaats, maar besloot op een vrij lange kasseiklim mijn kans te wagen. Even later vond ik een groep die aan een ideaal tempo reed. Enkele sterke mannen vingen de wind op tijdens de vlakkere stukken, terwijl de lichtere renners op de beklimmingen de groep op sleeptouw namen. Een ideale samenwerking, waardoor de kilometers vlot wegtikten.

Dat de kilometers zo vlot wegreden, is ook niet weinig te danken aan het biljartvlakke asfalt waarop deze koers gereden wordt. Zelfs deze aparte paragraaf volstaat niet om de lof te zingen van de kwaliteit van de wegen rond Echternach. Het is een schril contrast met de Ardennenwegen die ik de week voordien had aangedaan en met de wegen in mijn eigenste Hageland. Maar ach, die putten en scheuren in ons wegdek kweken misschien wel karakter. Ook de organisatie was vlekkeloos, met politie en seingevers op elk gevaarlijk kruispunt. Zo kwam deze wedstrijd wel heel dichtbij een verkeersvrij parcours.

Bij de uitloper van de zevende en steilste beklimming van de dag (zo’n vier kilometer aan 7,4%, waarvan de eerste twee met de 10% flirten) moest ik ‘mijn’ groepje echter laten rijden. Met de beklimming in de benen had ik geen antwoord op de versnelling die enkele krachtpatsers plaatsten. Had ik me overschat? Was ik te snel begonnen? Had ik een cruciale cartouche verschoten op de kasseiklim, of toen ik enkele keren een gat dichtreed? Misschien weet de Engel van de Bergen het.

Ik zag mijn vroegere vrienden kleiner worden, nipte van de bidon die ik net had aangenomen van onze schitterende soigneurs (driewerf hoera voor hun perfecte bevoorradingen!), en besloot op eigen tempo door te rijden. De mentale kracht om even te vloeken was ver weg, maar een cafeïnegelletje deed de zon in mijn hoofd weer schijnen. En dat was nodig, want vanaf de middag kwam de voorspelde regen dan toch opzetten. Geen stortbui, maar toch genoeg buitjes om doornat te worden. Gelukkig vond ik onderweg genoeg wielen om even uit de wind te gaan zitten. De laatste tien kilometer vormden twee Nederlanders en ik zelfs een bescheiden treintje dat nog stevig doorstoomde op weg naar de aankomstlijn. Uitgeput maar voldaan en al bij al tevreden over mijn prestatie reed ik de kasseien in het centrum van Echternach op. Ik zag al snel de ploegmakkers van Granfondoteam.be staan en hoorde dat we mooie resultaten hadden neergezet, met enkele gouden medailles in de leeftijdscategorieën. Proficiat aan hen en aan alle andere deelnemers!

La Charly Gaul is een wedstrijd die minstens één keer op ieders agenda zou moeten staan. Zo’n piekfijn georganiseerde granfondo – zowel wat de organisatoren als wat GFT.be betreft – op een heerlijk wegdek is voor mij in elk geval een geslaagd orgelpunt van mijn eerste granfondoseizoen, dat zeker niet het laatste zal zijn, en zeker niet in dit prachtige team